Nadere specificatie |
Het college van burgemeester en wethouders beslist op de aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op één bouwactiviteit, tenzij op grond van artikelen 5.9, 5.10 of 5.11 van de Wet, of op grond van artikelen 4.2 tot en met 4.4, of 4.6 tot en met 4.13 van het Omgevingsbesluit een ander bestuursorgaan is aangewezen. Tenzij deze betrekking heeft op een van de volgende bouwwerken: - een bouwwerk voor zover daaraan gewoon onderhoud wordt verricht;
- een bijbehorend bouwwerk of een uitbreiding daarvan, als wordt voldaan aan de volgende eisen:11. op de grond staand;
- niet hoger dan 5 m;
- de ligging van een verblijfsgebied, bij meer dan een bouwlaag, alleen op de eerste bouwlaag; en
- niet voorzien van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte;
- een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, als wordt voldaan aan de volgende eisen:
- op de grond staand;
- niet hoger dan 5 m; en
- de oppervlakte niet meer dan 70 m2;
- een dakkapel;
- een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak;
- een kozijn, kozijninvulling, gevelpaneel of boeideel, of stucwerk;
- een zonwering, rolhek, luik of rolluik aan of in een gebouw;
- een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking;
- een sport- of speeltoestel, als wordt voldaan aan de volgende eisen:
- niet hoger dan 4 m; en
- alleen functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens;
- tuinmeubilair;
- een zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening of een vijver op het erf bij een woning of woongebouw;
- een erf- of perceelafscheiding;
- een afscheiding tussen balkons of dakterrassen;
- een vlaggenmast;
- een constructie voor het overbruggen van een terreinhoogteverschil van niet meer dan 1 m die niet hoger is dan het aansluitende afgewerkte terrein;
- een antenne-installatie, als wordt voldaan aan de volgende eisen:
- een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten;
- als het gaat om een schotelantenne:
i. de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, niet hoger dan 3 m; of ii. de doorsnede van de antenne niet meer dan 2 m; en iii. als het gaat om een andere antenne dan bedoeld in onderdeel 1° of 2°: de antenne, met antennedrager, gemeten vanaf de voet, of als deze is bevestigd aan de gevel, gemeten vanaf het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist, niet hoger dan 5 m;
- een bouwwerk voor een infrastructurele of openbare voorziening, voor zover het gaat om:
- een bouwwerk voor een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, waterof luchtverkeer, als wordt voldaan aan de volgende eisen:
i. niet hoger dan 3 m; en ii. de oppervlakte niet meer dan 15 m2 - een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor:
i. het weren van voorwerpen die de veiligheid van het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer in gevaar kunnen brengen; ii. de beveiliging van een weg, spoor- of waterweg of een spoorweg- of luchtvaartterrein; iii. verkeersregeling, verkeersgeleiding, handhaving van de verkeersregels, wegaanduiding, het opladen van accu’s van voertuigen, verlichting of tolheffing; of iv. het verschaffen van toegang tot het openbaar vervoer of openbaar vervoersgebouwen of het overbruggen van hoogtes door personen met een handicap in en nabij openbaar vervoersgebouwen of perrons; - bovenleidingen met de bijbehorende draagconstructies of seinpalen;
- ondergrondse buis- en leidingstelsels, met inbegrip van ondergrondse faunapassages;
- een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, als wordt voldaan aan de volgende eisen:
i. niet hoger dan 2 m; en ii. als bovengronds geplaatst: de oppervlakte niet meer dan 4 m2; - een elektronische sirene voor het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of de dreiging daarvan, met inbegrip van de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
- straatmeubilair; of
- meubilair in openbaar vervoersgebouwen of op perrons;
- een bouwkeet, bouwbord, steiger, heistelling, hijskraan, damwand, bouwweg, terreinverharding, terreininrichting of andere hulpconstructie die functioneel is voor een bouw-, onderhouds- of sloopactiviteit, een tijdelijke werkzaamheid in de grond-, weg- of waterbouw of een milieubelastende activiteit met een verplaatsbaar mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 3.322, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, bij plaatsing op of in de onmiddellijke nabijheid van het terrein waarop die activiteit of werkzaamheid wordt uitgevoerd; of
- een magazijnstelling die alleen steunt op een vloer van het gebouw waarin zij wordt geplaatst,
als wordt voldaan aan de volgende eisen:- niet lager dan 3 m en niet hoger dan 8,5 m; en
- de magazijnstelling niet voorzien van een verdiepingsvloer of loopbrug;
- een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor agrarische bedrijfsvoering, voor zover het gaat om:
- een silo; of
- een ander bouwwerk niet hoger dan 2 m;
- een ander bouwwerk, als wordt voldaan aan de volgende eisen:
- niet hoger dan 1 m; en
- de oppervlakte niet meer dan 2 m2; of
- een te veranderen bouwwerk, als wordt voldaan aan de volgende eisen:
- geen verandering van de draagconstructie;
- geen verandering van de brandcompartimentering of beschermde subbrandcompartimentering;
- geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte;
- geen uitbreiding van het bouwvolume; en
- geen bouwwerk als bedoeld in de onderdelen b tot en met u dat niet voldoet aan de voor dat bouwwerk in die onderdelen gestelde eisen.
|