Nadere specificatie |
Voor zover het gaat om: - het exploiteren van een ippc-installatie voor het behandelen van afvalwater, bedoeld in de artikelen 3.41, onder a, en 3.42, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, als in die installatie:
- afvalwater wordt gereinigd door middel van waterstraal- of oppervlaktebeluchters met een capaciteit van 250.000 inwonerequivalenten of meer; en
- vergistingsgas wordt gewonnen;
- het exploiteren van een Seveso-inrichting, bedoeld in de artikelen 3.50 en 3.51, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving;
- het exploiteren van een ippc-installatie voor het stoken, bedoeld in de artikelen 3.54, eerste lid, en 3.55, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 MW of meer;
- het exploiteren van een ippc-installatie voor het raffineren van aardolie en gas, bedoeld in de artikelen 3.57, eerste lid, en 3.58, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om een ippc-installatie voor het raffineren van aardolie met een capaciteit van 1.000.000.000 kg per jaar of meer;
- het exploiteren van een ippc-installatie voor het maken van cokes, bedoeld in de artikelen 3.60, eerste lid, en 3.61, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een capaciteit van 100.000.000 kg per jaar of meer;
- het exploiteren van een ippc-installatie voor het vergassen of vloeibaar maken van steenkool of andere brandstoffen, bedoeld in de artikelen 3.63, eerste lid, onder a, en 3.64, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:
- steenkool, met een capaciteit van 100.000.000 kg per jaar of meer; of
- aardolie of aardoliefracties, met een capaciteit van 1.000.000.000 kg per jaar of meer;
- het exploiteren van een ippc-installatie, bedoeld in de artikelen artikel 3.66, eerste lid, en 3.67, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:
- een ippc-installatie voor het roosten of sinteren van ertsen als bedoeld in artikel 3.66, eerste lid, onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een capaciteit van 100.000 ton per jaar of meer;
- een ippc-installatie voor het maken van ijzer of staal als bedoeld in artikel 3.66, eerste lid, onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een capaciteit van 1.000.000 kg per jaar of meer;
- een ippc-installatie voor het verwerken van ferrometalen door warmwalsen, smeden met hamers of het aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal als bedoeld in artikel 3.66, eerste lid, onder d, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een productieoppervlak van 250.000 m2 of meer;
- een ippc-installatie voor het smelten of gieten van ferrometalen als bedoeld in artikel 3.66, eerste lid, onder e, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een jaarproductie van 5.000 ton of meer; of
- een ippc-installatie voor het winnen van ruwe non-ferrometalen uit erts, concentraat of secundaire grondstoffen, het smelten, met inbegrip van het legeren, en het gieten van non-ferrometalen als bedoeld in artikel 3.66, eerste lid, onder g, van het Besluit activiteiten leefomgeving;
- het exploiteren van een ippc-installatie, bedoeld in de artikelen 3.69, eerste lid, en 3.70, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:
- een ippc-installatie voor het maken van cement, cementklinkers, ongebluste kalk of magnesiumoxide als bedoeld in artikel 3.69, eerste lid, onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om het maken van cement of cementklinkers met een capaciteit van 100.000.000 kg per jaar of meer; of
- een ippc-installatie voor het maken van glas, met inbegrip van het maken van glasvezels, als bedoeld in artikel 3.69, eerste lid, onder d, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:
- het maken van glas, met een capaciteit van 150.000 ton per jaar of meer; of
- het maken van glasvezels, met een capaciteit van 5.000.000 kg per jaar of meer;
- het exploiteren van een ippc-installatie, bedoeld in de artikelen 3.72, eerste lid, en 3.73, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:
- een ippc-installatie voor het maken van organisch-chemische producten als bedoeld in artikel 3.72, eerste lid, onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een verwerkings- of productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer;
- een ippc-installatie voor het maken van anorganisch-chemische producten als bedoeld in artikel 3.72, eerste lid, onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een verwerkings- of productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer;
- een ippc-installatie voor het maken van fosfaathoudende, stikstofhoudende of kaliumhoudende meststoffen als bedoeld in artikel 3.72, eerste lid, onder c, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een verwerkings- of productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer;
- een ippc-installatie voor het maken van producten voor gewasbescherming of van biociden als bedoeld in artikel 3.72, eerste lid, onder d, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een verwerkings- of productiecapaciteit van 20.000 ton per jaar of meer;
- een ippc-installatie voor het maken van farmaceutische producten als bedoeld in artikel 3.72, eerste lid, onder e, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een verwerkings- of productiecapaciteit van 20.000 ton per jaar of meer; of
- een ippc-installatie voor het maken van explosieven als bedoeld in artikel 3.72, eerste lid, on-der f, van het Besluit activiteiten leefomgeving, met een verwerkings- of productiecapaciteit van 20.000 ton per jaar of meer;
- het exploiteren van een ippc-installatie voor het verwijderen of het nuttig toepassen van afval-stoffen in een afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie, bedoeld in de artikelen 3.87, eerste lid, en 3.88, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving;
- het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het maken van elastomeren, verf, lak, drukinkt, lijm, waspoeder of enzymen, bedoeld in artikel 3.119, eerste lid, aanhef en on-der a, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om het maken van elastomeren of enzymen met een productiecapaciteit van 50.000 ton per jaar of meer; en
- het exploiteren van een ippc-installatie voor het slachten, het bewerken en verwerken van dierlijke en plantaardige grondstoffen voor het maken van levensmiddelen of voeder of het bewerken of verwerken van alleen melk, bedoeld in artikel 3.129, eerste lid, van het Besluit activiteiten leef-omgeving, voor zover het gaat om:
- het brouwen van bier, met een koelinstallatie met een capaciteit groter dan 5 ton ammoniak; of
- het vervaardigen van zetmeel of zetmeelderivaten, met een productiecapaciteit van 25 ton per uur of meer.
|